zaterdag 20 februari 2016

Quest 2 - Onderwijs 2030 in vier scenario's

Introductie

Respice in Futuro! heeft een scenariosjabloon ontworpen op basis van de trend Gelijkheid - Ongelijkheid en de trend Maatschappelijke onrust / Culturele Diversiteit. Bij deze trends hebben we twee drijvende krachten gekozen die de assen vormen van ons scenariosjabloon. De horizontale as wordt gevormd door de vraag of het onderwijs zich meer richting Uniformiteit of meer richting Diversiteit zal gaan ontwikkelen. De verticale as wordt gevormd door de vraag of het onderwijs zich meer richting Aanpassingsgericht Burgerschap of meer richting Individualistisch Burgerschap zal gaan ontwikkelen.





Scenario 1 - Samenwerken naar het gemiddelde

Het is 2030, de maatschappij en het onderwijs zijn erg veranderd...Steeds meer mensen kiezen voor het wonen in woongroepen, omdat ze de zorg voor elkaar belangrijk vinden. Deze woonvorm is de afgelopen jaren sterk in populariteit gestegen, doordat mensen steeds meer op zichzelf kwamen te staan in een individualiserende samenleving. De bindingen tussen mensen werden de afgelopen jaren losser en individuen gingen steeds meer hun eigen voorkeuren volgen. Door deze differentiatie ontstond de ieder-voor-zich mentaliteit, die in de jaren rond 2020 zijn toppunt bereikte. Al snel ontstond er een tegenbeweging, waarin gelijkdenkende mensen elkaar steeds meer gingen opzoeken. Al in 2014 werd deze individualisering voorzien en werd er ook al voorspeld dat collectieve beleving een belangrijke factor in de samenleving zou worden (Sectorinstituut Openbare Bibliotheken, 2014). 2016 was een belangrijk jaar voor VR waarin het bekend werd bij het grotere publiek (Carson, 2015). De sterke aanwezigheid van Virtual Reality die al in opkomst is sinds 2015, maar nu niet meer weg te denken is uit het dagelijks leven, zorgt ervoor dat alle mensen de mogelijkheid hebben om gelijkgestemden in de virtuele wereld te ontmoeten (Carson, 2015).


Ook in het onderwijs is het horen bij een groep een belangrijk kenmerk. In het OECD rapport van 2013 wordt al aangegeven dat scholen in de toekomst voor binding in de gemeenschap moeten gaan zorgen (OECD, 2013). Vanaf 2014 gingen scholen zich steeds meer profileren , enerzijds om meer studenten aan te trekken in tijden van daling van leerlingaantallen (OECD, 2013), anderzijds om juist een specifieke doelgroep aan te spreken (Dulmers, 2014). Vanaf 2020 wordt deze profilering steeds belangrijker, omdat ouders en studenten bewuster kiezen voor een school die bij hen past. Het onderdeel zijn van een groep is ook in de school erg belangrijk. Ouders, studenten en school werken samen om de gestelde doelen te bereiken. Iedereen conformeert zich aan de vastgestelde waarden, normen en afspraken die gelden in de school. Het vaststellen van groepsdoelen, zorgt ervoor dat de gehele groep verantwoordelijk is voor het proces en het product. De lat ligt daarbij voor iedereen even hoog. Al in 2012 werd er uitgesproken dat er in 2025 een hogere lat moest liggen voor studenten (Te Winkel & Juist, 2012). In 2020 kreeg CITO het alleenrecht op het aanleveren van de centrale toetsen, omdat de inspectie vond dat er te veel onduidelijkheid ontstond door de eindtoetsen van verschillende aanbieders te accepteren. Aan het eind van de opleiding moeten alle studenten deze centrale toetsen doen, om te bewijzen dat ze het hoge einddoel behaald hebben. Een van de einddoelen is flexibiliteit, omdat werknemers flexibel moeten kunnen inspelen op de snel veranderende samenleving. Staes (2012) was er al van overtuigd dat er in de toekomst geen behoefte meer zou zijn aan werknemers die allemaal hetzelfde kunnen. Hij voorspelde in 2012 al dat er in de toekomst vooral behoefte zou zijn aan mensen die zich innovatief en met veel probleemoplossend vermogen adaptief opstellen tegenover de snel veranderende maatschappij.


Al in het Bestuursakkoord PO (Rijksoverheid, 2014) wordt uitgesproken dat het streven is, dat in het jaar 2020 zo'n 90% van alle scholen dagelijks digitaal leermateriaal gebruikt in het primaire proces. Virtual Reality heeft sinds 2020 een vaste plek in het onderwijs gekregen. Waar het eerst alleen mogelijk was om passief in een virtuele omgeving rond te kijken, kunnen studenten nu interactief ontdekken in de virtuele omgeving (Carson, 2015). Middels de nieuwste technologieën kan je spreken met virtuele personen en onderzoeken welke uitwerking jouw woorden en daden op de ander hebben.



Bronnen:
OECD. (2013). Trends Shaping Education 2013. OECD Publishing. Opgehaald van http://www.keepeek.com/Digital-Asset-Management/oecd/education/trends-shaping-education-2013_trends_edu-2013-en

Ons onderwijs 2032 - Advies. (2016). Opgehaald van http://onsonderwijs2032.nl/advies/ 


Rijksoverheid: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2014/07/10/bestuursakkoord-voor-de-sector-primair-onderwijs

Sectorinstituut Openbare Bibliotheken. (2014). Trends in de samenleving - ontwikkelingen op het gebied van demografie, economie, media en informatie binnen het sociaal-culturele domein. Den Haag.
Staes, J. (2012). You are a sheep. Opgehaald van https://www.youtube.com/watch?v=ts7v7fYUNDM





Dulmers, R. (2014). Marktgerichte school heeft de toekomst. Geraadpleegd op 18-02-2016, van http://wij-leren.nl/marktgerichte-school.php

TeWinkel, W., & Juist, N. (2012). Strategie Hoger Onderwijs Nederland 2012.  Beschikbaar via http://www.strategie-ho.nl


Carson, E. (2015, december 11). virtual reality in 2016: the 10 biggest trends to watch. Opgehaald van http://www.techrepublic.com/article/virtual-reality-in-2016-the-10-biggest-trends-to-watch/

Rijksoverheid. (2014, juli 10). Bestuursakkoord voor de sector Primair Onderwijs. 





Scenario 2 - Samenwerken: jezelf volgen

Het is 2030, de maatschappij en het onderwijs zijn erg veranderd...

Steeds meer mensen zoeken elkaar op, ze hebben elkaar nodig. Er zijn steeds meer grote samengevoegde gezinnen, gezinnen gaan bij elkaar wonen. Groepen vrienden gaan bij elkaar wonen. Dit komt voort uit het besef dat mensen elkaar steeds meer nodig hebben.
Het individualisme viert hoogtij in 2020. Sindsdien kwam sluimerend het besef dat individualisme ook een keerzijde kent. Deze keerzijde is eenzaamheid.  Steeds meer jongeren, ouderen en gezinnen leven een geïsoleerd leven. Individualisme heeft het effect dat mensen zelf erg sterk zijn, maar ook erg eenzaam zijn. Door samen te werken, informatie te delen zijn er ook mooie resultaten geboekt. Zo is er veel informatie de laatste jaren gedeeld via internet. Dit heeft mooie netwerken van kennis opgeleverd.
De diversiteit in de samenleving groeit. Er ontstaan steeds meer groepen in de samenleving. Groepen met een bepaalde soort interesse, groepen met bepaalde kennis of groepen van bepaalde opkomst. Deze groepen vormen samen een netwerk van verschillende contacten. Elke individu heeft een uniek netwerk waarbij dit unieke netwerk steeds belangrijker wordt gevonden.
Binnen het onderwijs wordt steeds meer met verschillende groepen gewerkt. Kinderen, leerlingen en studenten wordt geleerd om met elkaar te leren over elkaar. Ze werken in de verschillende groepen. Peer learning is een belangrijk uitgangspunt. Het samenwerken in deze groepen staat centraal zodat ze leren van elkaar, maar ook met elkaar en over elkaar. 
Het leren over de samenleving is ook belangrijk. Daarom heeft ook burgerschapsvorming een belangrijke positie binnen het onderwijs gekregen. 
Ook de omgeving is belangrijk binnen het onderwijs. Scholen werken samen met de stakeholders.  Dit doen ze door projecten vanuit de samenleving aan te bieden aan studenten, leerlingen en kinderen. Kinderen nemen deel aan de samenleving door projecten met bijvoorbeeld een bejaardenhuis, leerlingen doen mee met jongerenprojecten zoals bijvoorbeeld ‘creëer je eigen leefomgeving’ en studenten nemen deel aan projecten zoals projecten met bedrijven waarin zij een (deel) product leveren. Ook wordt er veel gewerkt met ‘maker education’. Door kinderen, leerlingen en studenten vooral veel zelf te laten maken en uitproberen is gebleken dat de effecten groot zijn [1].
De ICT toepassingen waar het onderwijs dankbaar gebruik van maakt is virtual reality en ‘augmented reality’. Het is makkelijk om deze middelen in te zetten binnen verschillende vormen van onderwijs omdat binnen virtual reality de werkelijkheid makkelijk wordt nagebootst.

De samenleving veranderde stapsgewijs. Er waren al tekenen te zien in 2014. Zo beschreef Gert Biesta [2] dat onderwijs meer is dan alleen een kwalificatie. Hij beschreef dat onderwijs een drievoudig doel heeft. Namelijk het moet bijdrage aan de persoonlijke vorming, de kwalificatie en de ‘subjectificatie’.  Met Subjectificatie bedoelde hij emancipatie, vrijheid maar ook de verantwoordelijkheid die daarbij hoort. Studenten moesten daarbij een verbinding met de wereld maken. Vooral het doel van subjectivicatie is belangrijk voor het onderwijs. Hiermee wordt onder andere bedoeld dat studenten een houding moeten aanleren zoals het dragen van verantwoordelijkheid. Deze houding is terug te vinden in burgerschap. Burgerschap is een onderdeel van 21st century skills [3]. Deze vaardigheden zijn belangrijk om onder andere een kritische mening te vormen over de samenleving.
Deze verbinding met de wereld werd al eerder makkelijker gemaakt door de komst van social media. Binnen korte tijd waren eerst vooral jongeren verbonden met elkaar. Daarna ook volgde steeds meer groepen mensen. Er werden verschillende netwerken gemaakt. Dit was de start van de vele verbindingen die daarna gemaakt werden. Er ontstonden groepen waarin individuen met elkaar verbonden zijn, reageren op elkaar, foto’s delen. Het delen van informatie werd een succes.

Voor het beroepsonderwijs betekende dit al eerdere een verschuiving van de inhoud van het onderwijs. Lange tijd richtte het beroepsonderwijs zich vooral op het ontwikkelen van beroepsvaardigheden. Sinds 2010 is elke school verplicht om ook aandacht te besteden aan andere vaardigheden die niet alleen met het beroep te maken hebben [4].

Het primaire onderwijs en het voorgezette onderwijs zijn al eerder gestart met een andere focus op vaardigheden die verder gaan dan alleen de oorspronkelijke vaardigheden zoals taal en rekenen. Zo kwam er sinds 2012 meer focus op andere  ‘burgerschap’. Sinds 2012 moeten alle scholen een bijdrage leveren aan burgerschap [5]. Hiermee wordt bedoeld dat scholen moeten zorgen dat het onderwijs bijdraagt aan ‘actief’ burgerschap.



[1] Maker Education via  http://www.edutopia.org/topic/maker-education
[2] Gert Biesta – het prachtig risico’s van onderwijs
[3] Voogt & Pareja Roblin ; Discussienota 21 st century skills 2010 / nieuw model 21e eeuwse vaardigheden via https://www.kennisnet.nl/artikel/nieuw-model-21e-eeuwse-vaardigheden/
[4] SLO- 2016
[5] Onderwijsraad op https://www.onderwijsraad.nl/upload/documents/publicaties/volledig/verder-met-burgerschap-in-het-onderwijs.pdf


Scenario 3 - Jezelf vinden in de standaard


Het is 2030, de maatschappij en het onderwijs zijn erg veranderd………
De samenleving bestaat uit relatief veel alleenstaande en éénouder gezinnen. Verschillende culturele groepen leven naast elkaar. Gelijkgestemden zoeken elkaar zowel online als in real life op, social media spelen daarin een belangrijke rol. Uniformiteit wordt gevonden in een gezamenlijke levensvisie, normen en waarden. Zo kiezen burgers hoe ze samen wonen, werken en recreëren.
Ook binnen het onderwijs wordt in 2030 gezocht naar gelijkvormigheid. Kinderen worden al vroeg gestimuleerd hun talenten in de breedte te verkennen en een eigen stijl te kiezen. Er is veel aandacht voor persoonlijke ontplooiing, zowel op het gebied van persoonlijkheid en karakter, als op het gebied kritische geest en zelfredzaamheid. De kern van het funderend onderwijs is dan ook vooral gericht op het jezelf vinden en plaatsen ten opzichte van verschillende standaarden. Zelfstandigheid en zelfdiscipline zijn belangrijke vaardigheden.
Professionele ontplooiing vindt plaats binnen beroepskolommen. Het onderwijs is nog steeds georganiseerd volgens het model van eindtermenonderwijs, kwalificatie is dus nog steeds belangrijk. De structuur van het onderwijs is daarbij echter niet langer een obstakel meer, zo is er een nauwe samenwerking binnen de hele beroepskolommen. Hoe de leerling zijn studie binnen de beroepskolom doorloopt, bepaalt hij zelf. Hij kan versnellen of vertragen en zo invulling geven aan zijn eigen ontwikkeling. Er wordt gewerkt met deelcertificaten, zo kan iedere leerling zich optimaal ontplooien op professioneel vlak en komt schooluitval bijna niet meer voor.

Binnen het onderwijs in 2030 is kwalificatie nog steeds erg belangrijk. Reeds in 2012 werd de kwalificerende functie van het onderwijs door Biesta kritisch bevraagd (Biesta, 2012), toch werd in 2020 de kwalificerende functie verkozen boven de socialiserende functie van het onderwijs. Het belang van het volwaardig deelnemen aan de samenleving werd namelijk dermate groot geacht gezien de afnemende beroepsbevolking. De Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid voorspelde immers reeds in 2013 dat het verdienvermogen van de Nederlandse economie zou afnemen (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2013). En hoewel het onderwijs nog steeds is georganiseerd volgens het model van het eindtermenonderwijs, is in 2024 het sectordenken los gelaten. De in 2016 ingevoerde herziening van de kwalificatiestructuur in het Mbo (Invoering herziening kwalificatiestructuur) bleek namelijk geen succes en de doorstroom naar het Hbo was niet verbeterd. Besloten werd tot het realiseren van drastische wijziging van de organisatie van het vervolgonderwijs, waarbij geen sprake meer is van een Mbo en een Hbo maar van een doorlopende beroepskolom waarbinnen gewerkt wordt met deelcertificaten.

Op basis van de kritische woorden van Biesta (2012) en het eindadvies van het platform Ons onderwijs 2032 (2016) heeft de overheid in 2018 bovendien besloten dat subjectificatie vooral in het basisonderwijs een belangrijke plek krijgt. Kinderen worden gestimuleerd hun persoonlijkheid te ontwikkelen, bovendien moeten ze leren om te gaan met vrijheden en verantwoordelijkheden. De persoonlijke ontplooiing wordt daarbij ondersteund door burgerschapsvorming. Het burgerschapsonderwijs is daarbij gericht op het streven naar zelfstandigheid en het kritisch leren denken. Het vormen van een eigen mening en het versterken van de autonomie staan daarbij centraal (Wilschut, 2013). Naast het funderend programma met een vaste basis met kennis, vaardigheden en burgerschapsonderwijs, gaan kinderen hun talenten, mogelijkheden en interesses ontdekken. Daarbij wordt veelvuldig gebruik gemaakt van VR om zo diverse mogelijkheden te verkennen. Kinderen worden in 2030 dan ook gestimuleerd om radicaal te kiezen waar ze goed in zijn (Dewulf, 2009). Hierdoor kunnen kinderen een betere keuze maken voor het vervolgonderwijs dat bij hen past. Schooluitval in het vervolgonderwijs is in 2030 dan ook erg laag. Het kunnen behalen van deelcertificaten binnen de gekozen beroepskolom blijkt erg succesvol, doordat van meet af aan aangesloten wordt bij de unieke talenten van het kind. Zo bouwt ieder kind positieve ervaringen op.

Bronnen:
Biesta, G. (2012). Goed onderwijs en de cultuur van het meten. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers.
Dewulf, L. (2009). Ik kies voor mijn talent. Schiedam: Skriptum.
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. (2013). Naar een lerende economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland. Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Wilschut, A. (2013). De taal van burgerschap. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. 


Scenario 4 - Jezelf vinden in de vele mogelijkheden

Het is 2030, de maatschappij en het onderwijs zijn erg veranderd…
De samenleving kenmerkt zich door voortdurende veranderingen op verschillende terreinen die elkaar in een hoog tempo opvolgen. De wet van Moore (1965) is werkelijkheid geworden, ICT heeft de samenleving veranderd en dit proces gaat door. Aangezet door de technologische ontwikkelingen zijn er omvangrijke sociale veranderingen die van grote invloed zijn op de werk- en leefomgeving (Voogt, 2010).

De samenleving van 2030 is het beste te typeren als een pluriforme samenleving, groepen leven naast elkaar: Wijken zijn sterk ingericht op basis van financieel/economisch draagvlak van bewoners, groot verschil tussen arm en rijk, groot verschil tussen hoog- en laagopgeleid en de verschillende culturele groeperingen wonen bij elkaar in wijken. Inmiddels hebben we een derde kabinet Wilders en met het beleid van de PVV polariseert de samenleving en is er sprake van nationaal socialisme. Er heerst een groot gevoel van onveiligheid onder de bevolking vooral tussen groepen.

Welke effecten hebben de ontwikkelingen gehad op de arbeidsmarkt en de samenleving? In 2015 waren er verschillende kampen betreffende de effecten van technologisering en vooral robotisering voor de arbeidsmarkt. Het ene kamp voorspelde dat veel banen verdwijnen en daarmee de werkloosheid zou toenemen, er werd alweer gediscussieerd over het basisinkomen. Het andere kamp voorspelde dat er banen verdwijnen en ook weer verschijnen en de hoeveelheid werk zou eerder toenemen dan afnemen (Deloitte, 2016). We kunnen concluderen dat de arbeidsmarkt meer dynamisch is als ooit tevoren: voortdurend verdwijnen en verschijnen banen (Haterd, 2015), korte arbeidsrelaties zijn kenmerkend en vaak wordt op projectbasis multidisciplinair of multisectoraal samengewerkt. Om als persoon interessant te blijven voor de arbeidsmarkt is het evident te blijven leren: Een leven lang leren is feit geworden. 

Door de technologisering en robotisering en de voortdurende ontwikkelingen is werkgelegenheid een ander begrip geworden. In een carrière wordt voortdurend gewisseld van baan maar ook van sector. Werkzaam zijn en niet werkzaam zijn wisselen elkaar af en als men niet werkzaam is, is men actief met bij- of omscholing. Zelfsturend vermogen en ondernemerschap zijn de belangrijkste competenties voor iedere werknemer (Koops, 2016). Kenmerkend voor de moderne organisatie is een heldere visie hebben, een platte structuur en innovatie en implementatie van innovatie zien als de levensader van het bedrijf.


Robots zijn collega’s geworden: De cobots. Je vertelt wat ze moeten doen en zijn eenvoudig te programmeren. Bijvoorbeeld daar waar in 2015 wachtlijsten in ziekenhuizen normaal waren zijn deze door de robots verdwenen. De robots voeren specifieke en nauwkeurige chirurgische ingrepen uit en de capaciteit van operaties is daarmee enorm uitgebreid. Volgens Jef Staes zaten we in 2015 in een overgangsfase van een 2D tijdperk naar een 3D tijdperk (Staes, 2007). Het 3D tijdperk is bereikt (zie ook onderstaande schema).



Op de arbeidsmarkt is er sprake van wisselende arbeidsrelaties, in de privésfeer is er ook sprake van wisselende relaties. De trend die in 2015 leek te ontstaan is doorgezet met de toename van één-ouder gezinnen en alleenstaanden (CBS, 2016). Het lijkt dat relaties voor het leven in de toekomst niet meer de meest voorkomende samenlevingsvorm is. Verschillende relaties in verschillende levensfasen  afgewisseld met momenten als alleenstaande lijken norm te worden.


Ook het onderwijs is totaal veranderd. Biesta schreef in 2015 dat de taak van het onderwijs is het in balans brengen van drie domeinen: kwalificatie, socialisatie en persoonlijke ontwikkeling (subjectivering) (Biesta, 2015). Deze onderwijsdomeinen zijn nog steeds actueel, maar de balans ligt anno 2030 geheel anders dan in 2015. Bijvoorbeeld het basisonderwijs is ten opzichte van 15 jaar geleden volledig heringericht. Tegenwoordig krijgt ieder kind tot de leeftijd van 16 jaar funderend onderwijs (Sahlberg, 2013). In het funderend onderwijs is er focus op het zichtbaar maken van talenten en ambities van de leerling. In het vervolgonderwijs is er weer ruimte voor ambitie en het uitbouwen van talenten.

Daar waar tot 2015 de zesje-cultuur nog volop doorklonk in het onderwijs is er nu ruimte voor talent en talentonwikkeling: Niet vinken maar blinken. De kenmerken van de oude school zijn: passiviteit, verveling, walging van leren, intellectuele en morele verlamming, gebrek aan stimulering, ambitie en plezier. De kenmerken van huidige school zijn: een plek van leven, van actie, beweging, vreugde, geestdrift en wedijver (Jose Pedero Varela, 1845 – 1879). In ieder type onderwijs worden leerlingen en studenten verleid om talent te ontdekken en te ontwikkelen (Bauwens, 2012), hiervoor wordt samengewerkt met verschillende stakeholders zoals bedrijven, sportverenigingen en maatschappelijke instellingen. Deze instellingen willen graag samenwerken met het onderwijs omdat zij in het kader van MVO jongeren kansen willen geven maar ook omdat zij daaraan zelf voordeel hebben, zoals: Een extra handje, inbreng van actuele deskundigheid en ICT geletterdheid en voor werkgevers vroeg in beeld hebben van “high potentials”.

Ook wordt in het onderwijs volop gebruik gemaakt van “virtual reality tools” waardoor kinderen de ruimte krijgen ervaringen op te doen in allerlei gebieden. Is de school daarmee een grote speelplaats geworden? Ja, en er wordt volop geleerd. Voor ieder kind zijn er op maat gesneden programma’s waarin volop gebruik wordt gemaakt van ICT-ondersteuning. Ieder wordt uitgedaagd en geïnspireerd op zijn niveau; gepersonaliseerd leren. Het hoofddoel van samenwerken, ook met externe stakeholders, is persoonlijke ontwikkeling binnen een team (Kennisnet, 2016). Onderwijs wordt zo veel mogelijk integraal aangeboden. De docent is vooral een coach en een persoonlijke begeleider die het kind door middel van scaffolding. Vygotsky (1896-1934) ondersteunt in zijn ontwikkeling. Het individueel ontwikkeltraject van het kind wordt in beeld gebracht met zogenaamde learning analytics. Het doel van onderwijs is dat iedere leerling/student bezig is met zijn of haar passie en talent om zich van daaruit te ontwikkelen tot zelfstandige burgers. 
In de diesrede van 2013 zegt van der Boom dat het hoger onderwijs wordt gedwongen studenten op te leiden tot “competente rebellen” omdat studenten worden voorbereid op banen die nog niet bestaan en technieken die nog niet zijn ontwikkeld. Zij had een vooruitziende blik (Boom, 2013).



Bronnen
Bauwens, D. (2012, december 19). Bijna iedereen gaat voorbij aan zijn eigen talent. Krax, vorming en educatie, p. 4.
Biesta, G. (2015). Het prachtige risico van onderwijs. Culemborg: Phonese.


Boom, p. d. (2013). Een beetje moeilijker graag. Dies Nathalis rede, (p. 6). Amsterdam.



CBS. (2016, februari 19). www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking. Opgehaald van www.cbs.nl: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-3819-wm.htm
Deloitte. (2016, februari 19). State of state deloitte. Opgehaald van www2.deloitte.com: http://www2.deloitte.com/nl/nl/pages/data-analytics/articles/onderwijs-resultaten-2015-state-of-the-state.html
Haterd, B. v. (2015). 10 banen verdwijnen en 10 banen verschijnen. Tilburg: Freeman Media B.V.
Kennisnet. (2016, februari 19). www.kennisnet.nl/artikel/het-maatwerkdiploma. Opgehaald van www.kennisnet.nl: https://www.kennisnet.nl/artikel/het-maatwerkdiploma-doet-recht-aan-de-prestaties-van-leerlingen/
Koops, J. (2016, februari 19). http://www.flexmarkt.nl/Branche-Informatie/Algemeen/2015/10/ABU-congres-in-teken-van-technologierevolutie-2699285W/. Opgehaald van wwwflexmarkt.nl: http://www.flexmarkt.nl/Branche-Informatie/Algemeen/2015/10/ABU-congres-in-teken-van-technologierevolutie-2699285W/
Sahlberg, P. (2013). Finnish lessons. Helmond: Onderwijs Maak Je Samen.
Staes, J. (2007). Mijn organisatie is een oerwoud. Tielt, Belgie: Lannoo.
Varela, J. (2015). Uitspraak over onderwijs in 1845-1879. In H. Sissing, 3000 jaar denkers over onderwijs (p. 66). Amsterdam: Boom.
Voogt, J. (2010). 21st century skills. Enschede: Kennisnet.

7 opmerkingen:

  1. Wat een mooi stuk Mascha. Confronterend ook om met je neus op de feiten gedrukt te worden wat betreft de tijd die nodig is om te veranderen. Terwijl aan de andere kant de ontwikkelingen enorm snel gaan.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bedankt! Als je inhoudelijke vragen of opmerkingen/feedback hebt, horen we dat graag. Zo kunnen we ons eindproduct nog sterker maken.

      Verwijderen
  2. Beste mensen van Respice, je vindt onze feedback via de volgende link.

    https://www.dropbox.com/s/35nsne1xsrf2p1x/Respice-%20in%20futuro.%20Feedbackkader%20quest%202%20groepsdeel%202015-2016.docx?dl=0


    BeantwoordenVerwijderen
  3. Jullie hebben de kracht van de groep prima benut, pareltjes uit alle individuele quests zijn herkenbaar. Je merkt aan de feedback dat jullie schets van de toekomstige samenleving herkenbaar is en prikkelend. Goed gedaan dus! Je hebt er wel veel woorden voor nodig...ben dus benieuwd welke kernelementen terug gaan komen in het beeld (quest 4). De technologische component als constante in ieder scenario zou wat scherper naar voren mogen komen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Beste Respice in Futuro,
    Op ons blog vind je de beoordeling van quest 2
    Groeten MI5

    http://la4mi-5.blogspot.nl/2016/03/beoordeling-quest-2-andere-teams.html

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hierbij jullie feedback van Kudos:
    https://www.dropbox.com/s/f3tbg33qyej8py1/feedback%20Respice%20in%20futuro%20quest%202.docx?dl=0

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wij kregen onderstaande reactie op de blog per mailbericht.

    Van: 21st century skills - Frank van den Oetelaar [mailto:frank.vandenoetelaar@21stcenturyskills.nl]
    Verzonden: vrijdag 11 maart 2016 7:47
    Aan: Postelmans,Frank F.H.A.M.
    Onderwerp: RE: ter inspiratie

    Beste Frank,

    Een heel interessante uiteenzetting, complimenten!!! Het lukt helaas niet deze reactie onder de blog te plaatsen, Mijn WordPress account wordt niet geaccepteerd.

    Ik heb 11 april in mijn agenda gezet. Kan ik me met een slag om de arm daarvoor aanmelden???.



    Met vriendelijke groet,

    Frank van den Oetelaar
    frank.vandenoetelaar@21stcenturyskills.nl
    http://www.21stcenturyskills.nl
    mobiel: +31655727925
    skype: frankvdoetelaar


    BeantwoordenVerwijderen